woensdag 31 december 2014

Op de valreep (3)


De Amerikaanse stad New Orleans is zo'n stad met een rijke muzikale geschiedenis en van grote invloed op de Amerikaanse muziek. Deze stad heeft dan ook de nodige muzikale iconen voortgebracht. Een daarvan is Dr. John. Al zijn gehele carrière combineert Dr. John allerlei muziekstijlen tot een psychedelische smeltkroes van blues, jazz, funk, etc. Hij heeft hier dan ook heel toepasselijk de bijnaam The Nighttripper aan te danken. Maar dit album gaat niet over Dr. John. Dit album gaat over een andere muzikale grootheid uit New Orleans. Dit album gaat over Satchmo, oftewel Louis Armstrong. Dr. John beschouwt Armstrong als een van zijn muzikale voorbeelden en ”Ske-Dat-De-Dat” is dan ook een eerbetoon aan zijn grote held. ”Ske-Dat-De-Dat” bevat 13 liedjes van Louis Armstrong die Dr. John geheel naar eigen hand zet, zonder het respect voor het origineel uit het oog te verliezen. Het gevaar van cover albums zit hem vaak in het klakkeloos naspelen van de originele composities. Dr. John kiest niet voor de weg van de minste weerstand en hanteert een eigen benadering, waarbij hij met grote regelmaat nieuwe arrangementen loslaat om een ode te geven aan Armstrong. Waar de muziek van Louis Armstrong met name jazz georiënteerd is, zijn deze arrangementen van dr. John een mix van allerlei stijlen. Eigenlijk zoals we dat van dr. John gewend zijn. Persoonlijk vind ik dat dit een geheel nieuwe dimensie geeft aan de klassiekers van Louis Armstrong. Ook door de keur aan gastartiesten wordt het een kleurrijk muzikaal palet, waarbij ook invloeden uit de hedendaagse muziek niet worden geschuwd. Al met al vind ik ”Ske-Dat-De-Dat” een fantastisch eerbetoon aan een van de grootste jazzmuzikanten allertijden, en tevens een mooi voorbeeld van de veelzijdigheid en het muzikale talent van Dr. John.


Op ”St. Louis Times” brengt Jim Byrnes liedjes uit en over St. Louis. De subtitel van het album zegt wat dat betreft genoeg. Zoals eigenlijk gebruikelijk wordt ook nu Byrnes weer bijgestaan door producer en meestergitarist Steve Dawson. En dat levert naast een authentiek bluesgeluid, vooral ook weer prachtig gitaarwerk op. ”St. Louis Times” waaiert breed uit binnen het blues spectrum en dat levert een gevarieerd bluesalbum op. Maar bovenal straalt het album de sfeer van St. Louis uit. Byrnes en zijn kompaan Dawson weten hoe de blues gespeeld en gebracht dienen te worden en dat doen ze eigenlijk al jaren. ”St. Louis Times” is daarop geen uitzondering. Dus als je wilt genieten van warme authentieke ouderwetse blues is ”St. Louis Times” anno 2014 een dikke aanrader.


Johnny Winter is niet meer. Eerder dit jaar overleed deze bluesgrootheid in een hotelkamer in Europa. Na vele problemen met zijn gezondheid heeft het oude lichaam het dan toch begeven. Je zou kunnen zeggen dat Winter in het harnas is gestorven terwijl hij op tournee was. Aanleiding voor deze tournee is het album ”Step Back”. Net als voorganger ”Roots” grijpt Johnny Winter terug naar de oude bluesklassiekers. Wederom wordt hij bijgestaan door een keur aan gastartiesten. Al deze liedjes heb ik al vele malen is in vele verschillende uitvoeringen gehoord. De toegevoegde waarde is daarmee vrijwel nihil. Maar bij elk liedje hoor je direct het kenmerkende geluid van Johnny Winter. Zijn stem raspt nog steeds, en zijn typerende gitaarspel blijft een lust voor het oor. Hier en daar hoor je dat er wat sleet opkomt, maar in de studio heeft Johnny Winter nog niet veel aan kracht ingeboet. Op het podium was dat anders. Daar kon je met grote regelmaat zien dat hij worstelde met zijn gezondheid en de ouderdom. Dat doet verder helemaal niets af aan de grootsheid van Johnny Winter. Nu blijkt dat ”Step Back” zijn zwanenzang is geworden, is dat niets om je voor te schamen. Het album is niet alleen een eerbetoon aan de blues van weleer, maar is door het overlijden van Johnny Winter ook nog eens een mooie ode aan zichzelf geworden. R.I.P. Johnny Winter.


Danny Bryant heeft de pech dat hij in een genre opereert waarin het moeilijk is je te onderscheiden. Toch timmert deze Engelsman al een behoorlijk aantal jaren aan de weg, en weet de kenner inmiddels zijn albums ook te vinden. De vroegere albums van Danny Bryant vond ik vooral een manier om zijn gitaarspel te etaleren. Want gitaarspelen is wel aan Danny Bryant besteed. Om daar een goed liedje bij te schrijven is vaak een tweede. Maar vanaf zijn vorige album ”Hurricane” klinkt alles volwassener. Deze lijn trekt hij door op ”Temperature Rising”. Uiteraard is zijn gitaarspel nog steeds een wezenlijk onderdeel van de muziek. En daar valt op ”Temperature Rising” dan ook weer volop van te genieten. Maar er is meer aan de hand. De liedjes zijn gegroeid. Niet alleen qua opbouw en structuur, maar ook qua inhoud. Samen met het eerdergenoemde gitaarspel mag Danny Bryant dan ook voorzichtig uit de schaduw stappen van iemand als Joe Bonamassa. Natuurlijk zijn dit de eerste stapjes en is Bonamassa een stuk gevarieerder, maar Danny Bryant groeit met elk album en ”Temperature Rising” is dan ook zijn beste tot nu toe. Naast de betere liedjes stapt Bryant ook geregeld af van de klassieke triobezetting. Je hoort zo nu en dan ook smaakvolle toetspartijen en ronkende orgeltjes. Ook dit komt het totaalplaatje ten goede. Stevige bluesrockers worden afgewisseld met smaakvolle midtempo liedjes en tranentrekkende slowblues. Zoals een goede gitarist betaamt, is de klankkleur bepalend voor de sfeer van het liedje. Danny Bryant levert met ”Temperature Rising” een meer dan prima album af, en mag zich terecht nestelen in de top van de bluesrock.


Gek genoeg heb ik nog nooit een volledig album van John Hiatt beluisterd. ”Terms of My Surrender” is het eerste album van John Hiatt dat ik heb aangeschaft. Best vreemd, want ik heb de liedjes van John Hiatt altijd wel mooi gevonden. Ook zijn live optredens heb ik altijd als bijzonder prettig ervaren. Waarom dan nu pas overgaan tot het aanschaffen van een album? Ik denk dat het ermee te maken heeft dat ik ergens had gelezen dat ”Terms of My Surrender” zijn meest bluesy album ooit zou zijn. Of dat echt zo is, laat ik over aan de kenners van het gehele oeuvre van John Hiatt. Puur afgaand op ”Terms of My Surrender” vind ik het in ieder geval een album met een behoorlijke portie blues. En dan heb ik het niet alleen over muziek, want die is niet eens traditioneel blues. Maar gaat meer over het gevoel dat ”Terms of My Surrender” bij me oproept. Alleen al de titel van het album en de bijbehorende titeltrack ademt de blues van begin tot eind. Er zijn een paar luchtige momentjes, maar over het algemeen is de sfeer best broeierig. Dit past overigens ook wel bij John Hiatt en zijn immer donkere maar warme stem. Het gitaarspel is niet al te complex, maar het is doeltreffend in al zijn eenvoud. Naast de blues sijpelt de roots, americana en folk door alle liedjes heen. ”Terms of My Surrender” is een behoorlijk verslavend album gebleken. Na al die tijd ben ik dus toch overstag gegaan en zullen de echte kenners en fans me waarschijnlijk wijzen op het gemis van nog zoveel andere goede albums van John Hiatt. Wie weet waag ik me daar nog eens aan. Voor nu is ”Terms of My Surrender” een van mijn favoriete albums van 2014.


Het knappe aan The Black Keys vind ik dat al hun albums anders klinken, maar toch altijd als The Black Keys. ”Turn Blue” is weer anders dan voorganger ”El Camino”. Die plaat was opgewekt, bombastisch, swingend en aanstekelijk. ”Turn Blue” is meer ingetogen, donkerder en Dan Auerbach schrijft al zijn persoonlijke ellende van zich af. Veel vrolijkheid is er op ”Turn Blue” dus niet te vinden. Dat betekent niet dat de muziek deprimerend is. Een aantal nummers hebben een heerlijke groove, waarbij ik het vooral opvallend vind hoe vaak de baslijn als basis voor het liedje wordt gebruikt. Nu is dat op zich niet zo vreemd, maar in mijn beleving worden de liedjes op voorgaande albums veelal gedragen door de gitaarriff van Auerbach. Op ”Turn Blue” houdt Auerbach zich qua gitaarriff best wel in. Dat is even wennen, maar de instrumentatie is verder dik in orde en ik mis het dus nergens. Dat betekent niet dat er geen gitaarspel is te horen op ”Turn Blue”. Af en toe hoor je nog die aanstekelijke riffs, maar vooral bevat ”Turn Blue” een aantal fantastische gitaarsolo’s. Een mooi voorbeeld is het einde van opener ”Weight of Love”. Productietechnisch zit het allemaal weer bijzonder vernuftig in elkaar en klinkt het als een klok. De liedjes vormen ook nog eens een mooi geheel. Uitzondering daarop is afsluiter ”Gotta Get Away”. Dit nummer zou qua sfeer beter passen op ”El Camino”. Het klinkt als een samenraapsel van alle elementen van een classic rock nummer; een killer riff, een onweerstaanbaar refrein, etc. Is het daarom een slecht liedje? Helemaal niet wat mij betreft, ik vind hem heerlijk, maar het past gewoon niet echt de context van ”Turn Blue”. Aan de andere kant wordt het album wel opgewekt afgesloten. ”Brothers” blijft mijn favoriete album van The Black Keys; broeierig, bluesy en soulvol, maar ”Turn Blue” ligt wat mij betreft mooi in het verlengde ervan. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten