zaterdag 21 januari 2012

John Mayall & The Bluesbreakers - Bluesbreakers with Eric Clapton (1966)

Binnen de bluesmuziek wordt nogal eens heftig gediscussieerd over "zwarte" en "witte" blues. De eerste zou authentieker zijn en urgenter klinken dan de tweede. Ik heb me nooit zo bezig gehouden met deze nogal arbitraire scheiding. Voor mij is het eindresultaat belangrijker; klinkt de muziek goed en word ik erdoor geraakt. Gevoel is dus essentieel daarbij. Als er dan toch een blanke bluesgitarist (oeps nu doe ik het toch) het gevoel van de blues kan uitdrukken door zijn manier van gitaarspelen, dan is dat naar mijn mening Eric Clapton. Dit heeft hij al bewezen op het prachtige "Layla and other Assorted Love Songs", maar zijn fascinatie voor de blues werd al overduidelijk op "Bluesbreakers with Eric Clapton".

Dit album is een inspiratie voor vele artiesten en bands geweest, voornamelijk door het gitaarspel van Clapton. Dit album was de voorbode voor het vormen van Cream en zijn status als "Clapton is God" in de jaren 60. John Mayall had het talent van Clapton al snel onderkend en wilde zijn vlammende gitaarsolo's eigenlijk vastleggen op een live album en niet op een studioplaat. Daartoe werd een live set opgenomen in The Flamingo Club, maar de opnamen waren van een dermate slechte kwaliteit dat deze nooit zijn uitgebracht. Uiteindelijk besloot men toch maar een studioplaat te maken en dat resulteerde in "Bluebreakers with Eric Clapton".

Dit album is ook wel bekend onder de naam "The Beano Album", omdat Eric Clapton een Beano magazine (een Britse kinderstrip) leest zoals is te zien op de cover. Later verklaart Clapton dat hij een Beano leest, omdat hij opstandig en nonchalant wilde overkomen tijdens de fotoshoot. Van deze ietwat arrogante houding is echter niets te merken op dit album. Clapton is in bloedvorm en perst de ene na de andere legendarische lick en vurige, puntige en meeslepende solo uit zijn gitaar. Hierbij wordt hij ondersteund door geweldige muzikanten als John Mayall (zang, piano, orgel, mondharmonica), John McVie (die later Fleetwood Mac zou vormen op basgitaar) en Hughie Flint (drums). Zelf waagt Clapton zich op de Robert Johnson klassieker "Rambling on My Mind" aan de lead vocals, maar alleen na hevig aandringen van John Mayall. Clapton zelf vond zijn zang op dat moment nog onder de maat, maar daar is op deze uitvoering helemaal niets van te merken. Verder worden sommige nummers nog aangevuld met een blazerssectie die zorgt voor meer warmte en dynamiek.

Clapton hanteert op dit album een Gibson Les Paul gitaar met twee humbucker pick ups. Deze gitaar werd later bekend als "The Beano Les Paul". Niemand weet waar deze gitaar is gebleven en mede daardoor heeft het een cultstatus verworven. Clapton produceert op deze plaat een uniek gitaargeluid veroorzaakt door de toen unieke combinatie van een Gibson Les Paul versterkt door een Marshall Amplifier. Clapton gebruikt deze combinatie ook in de band Cream, maar stapt vanaf Derek and the Dominos over naar Fender, waar hij tot op de dag van vandaag op speelt.

"Bluesbreakers with Eric Clapton" is een unieke bluesplaat met een uniek geluid gespeeld door gewedige muzikanten. Clapton vestigt zich hiermee in de eredivisie van (blues)gitaristen.