dinsdag 31 juli 2012

Hubert Sumlin - About Them Shoes (2003)


Hubert Sumlin wordt geboren op 16 november 1931. Sumlin is een bluesgitarist die met name bekend staat om zijn gewrongen scheurende uitbarsting van noten, plotselinge stiltes tussen gitaarpartijen en gedurfde ritmische wisselingen.  Rolling Stone Magazine heeft Hubert Sumlin een plek (43) toebedeeld in de lijst van de honderd beste gitaristen allertijden.


Op achtjarige leeftijd begint Sumlin met gitaarspelen en verhuist op een gegeven moment naar Chicago. In Chicago wordt Sumlin onderdeel van de band van Howlin' Wolf, nadat Howlin' Wolf's eerste gitarist Willie Johnson besloot niet verder te gaan met Wolf. Opvolger Jody Williams wordt vervolgens door Sumlin bijgestaan als tweede gitarist. Nadat Williams in 1955 de band van Howlin' Wolf verlaat wordt Hubert Sumlin de eerste gitarist van Howlin' Wolf tot aan het einde van Wolf's loopbaan. Sumlin is te horen op de legendarische platen "Moanin' in the Moonlight" en "Howlin' Wolf" (ook wel bekend als "The Rocking Chair" album) uit 1959.


Hubert Sumlin heeft altijd in de schaduw gestaan als gitarist van de legendarische Howlin' Wolf. Maar Sumlin verdient meer respect en erkenning. Naast de karakteristieke stem van Howlin' Wolf is het gitaarspel van Sumlin mede verantwoordelijk voor het geluid van Howlin' Wolf en daarmee ook voor het geluid van de blues in de jaren vijftig. "About Them Shoes"is zijn laatste solo album voor zijn dood in 2011. Sumlin waagt hier aan een aantal bluesklassiekers van zowel Howlin' Wolf als van andere componisten als Muddy Waters en Willie Dixon Hij wordt hierbij ondersteund door grote artiesten als Eric Clapton en Keith Richards. Overigens speelde Sumlin de laatste jaren steevast op het Crossroads Festival georganiseerd door Eric Clapton, met als doel geld in te zamelen voor de door Eric Clapton opgerichte Crossroads afkickkliniek voor drugsverslaafden. Het is merkbaar dat Sumlin al aardig op leeftijd is en zijn stem is duidelijk niet de beste. Nu is Sumlin nooit de beste zanger geweest, maar samen met zijn band levert hij wat mij betreft een uitstekend blues album af. Over het gehele album is het gitaarwerk prima in orde en wordt er integer omgegaan met de originele composities. 


Wat dat betreft is een album vol met covers in dit geval zeker geen minpunt. Sterker nog; een song van een ander op een goede manier vertolken verdient zeker zoveel respect als het schrijven van eigen nummers. Heerlijke bluesplaat van een wat mij betreft ondergewaardeerde blueslegende! In 2008 kreeg Sumlin toch algehele erkenning door te worden opgenomen in Blues Foundation Hall of Fame.


Op 4 december 2011 overlijdt Hubert Sumlin op tachtigjarige leeftijd aan de gevolgen van hartfalen. Saillant detail: Mick Jagger en Keith Richards van The Rolling Stones hebben de kosten van Sumlin's uitvaart voor hun rekening genomen. Mooi gebaar!

zondag 29 juli 2012

The Derek Trucks Band - Already Free (2009)

Derek Trucks heeft het muzikantengen in zijn bloed. Zijn oom Butch Trucks is een van oprichters van de legendarische band The Allman Brothers Band. Daarnaast schijnt Derek te zijn vernoemd naar het legendarische album van Eric Clapton onder de naam "Derek and the Dominos". Overigens is Derek Trucks sinds 1999 een volwaardig lid van The Allman Brothers Band. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Derek Trucks staat heden ten dage bekend als een van de beste gitaristen van zijn generatie. Op zijn negende is hij begonnen met gitaarspelen en al op zijn elfde gaf hij zijn eerste betaalde optreden.


In 1996, toen hij 20 jaar werd, richtte hij zijn eigen Derek Trucks Band op. Trucks rekent blueslegende Elmore James en Duane Allman (logisch) tot zijn grootste inspiratiebronnen. Maar luisterend naar zijn gitaarspel hoor ik ook invloeden van John Lee Hooker, Howlin' Wolf, Albert King, Miles Davis, Sun Ra, Charlie Parker, Django Reinhardt, Freddie King en B.B. King.


De muziek van Derek Trucks en zijn band wordt veelal gelinkt aan jammen, Southern rock en jazz. The Derek Trucks Band speelt een spannende mix van blues, soul, jazz, rock en af en toe invloeden uit de oosterse muziek. Trucks is een zogenaamde slidegitarist, waarbij hij met een "bottleneck" over de snaren van zijn Gibson glijdt. Trucks gebruikt speciaal voor hem vervaardigde bottlenecks gemaakt van antieke flessen. Ook gebruikt hij een replica van de bottleneck die ooit door Duane Allman werd gebruikt. Daarnaast gebruikt Trucks bij het spelen van zijn gitaar geen plectrum, hij speelt uitsluitend met zijn vingers.


Dan nu de plaat "Already Free" uit 2009. Wat is dit een geweldig album! Slidegitarist Derek Trucks bewijst zijn absolute klasse en mag zich wat mij betreft de enige echte opvolger noemen van Duane Allman, al moet wel gezegd worden dat Trucks absoluut een eigen stijl heeft. Dit album is een aanstekelijke mix geworden van blues, rock en een vleugje soul. Dit laatste is vooral toe te wijzen aan de geweldige vocalist die met zijn stem een lekker soulrandje toevoegt aan de nummers. Trucks laat horen dat hij diverse stijlen kan combineren, en schuwt het niet om af en toe lekker buiten de lijntjes te kleuren. Sterke nummers en goede muzikanten maken het plaatje compleet. Ook vrouwlief Susan Tedeschi (met wie hij nu de geweldige Tedeschi Trucks Band vormt) zingt een nummertje mee. Het is al met al een warm album geworden, mooie instrumentatie, vooral in de nummers waarbij het voortronkende orgeltje het gitaarspel van Trucks versterkt. Klasse plaat, klasse gitarist, klasse band!

maandag 9 juli 2012

Concertverslag North Sea Jazz 2012



In 2011 heb ik voor het eerst North Sea Jazz bezocht. Dat is mij dermate goed bevallen dat ik ook in 2012 weer drie dagen lang ga genieten van jazz is de breedste zin van het woord. Op North Sea Jazz is het namelijk lang niet alleen jazz wat de klok slaat. Ook invloeden uit blues, soul, hip-hop, funk en disco passeren de revue, en dit maakt North Sea Jazz tot een van de meest gevarieerde festivals in Nederland. 


Voor wie North Sea Jazz niet kent: over verschillende locaties verspreid over sportpaleis Ahoy en het aangrenzende conferentiecentrum treden nationale en internationale artiesten op. De diverse zalen zijn vernoemd naar rivieren. Zo heb je de Amazon, Hudson, Nile, Maas, Congo, Mississippi, etc. Het programma is overvol en de optredens vinden in overlap plaats. Dit betekent dat je helaas niet alles in zijn geheel kunt zien en dus een keuze moet maken. Hieronder daarom een korte impressie van de persoonlijke hoogtepunten per dag.

Dag 1: vrijdag 6 juli
Na aankomst heb ik eerst genoten van een maaltijd. In tegenstelling tot de meeste grote festivals beperkt het assortiment van North Sea Jazz zich niet tot junkfood en kun je kiezen voor uiteenlopende gevarieerde maaltijden. Een prima begin! Rond 17:45 trapt John Hiatt and the Combo af in de Nile. John Hiatt is zo'n artiest die we allemaal wel kennen en is het meest bekend van de wereldhit "Have a Little Faith in Me" (die hij overigens niet speelde). Maar luisterend en kijkend naar deze vakman besef je dat Hiatt meer bekende nummers heeft geschreven dan dat je in eerste instantie beseft. Het is daarom enerzijds een feest der herkenning en anderzijds komen er een aantal smakelijke verrassingen voorbij. Het eerste herkenningspunt is het nummer "Tennessee Plates" die ik vooral ken van de samenwerking tussen Hiatt en Joe Bonamassa op laatstgenoemde plaat "Dust Bowl". Het origineel van Hiatt klinkt toch anders en is meer country georiënteerd. Een ander hoogtepunt is het broeierige en emotionele relaas "Down Around my Place" dat verhaalt over de overstromingen in Nashville enkele jaren geleden. Het is doodstil in de zaal als Hiatt zijn schorre, doorleefde maar o zo treffende, diepe en warme stem over de menigte uitgiet. Kippenvel! De uitsmijter en het finalenummer was van absolute klasse. Het nummer "Riding with the King" schreef Hiatt al 28 jaar geleden en is toen iedereen ontgaan. Echter het nummer werd in het begin van het millennium opgenomen door Eric Clapton en B.B. King en kreeg toen bekendheid. De uitvoering die Hiatt en zijn band hier tentoonspreidt was werkelijk fenomenaal. Eigenlijk representeert dit nummer de sound van Hiatt: zompige rock met invloeden uit de blues en country. Een geweldige opening van de eerste avond!

Van Morrison sla ik over. Ik ben daar niet zo weg van. Het overbekende "Brown-eyed Girl" is nog wel aardig, maar als ik bijvoorbeeld naar zijn plaat "Astral Weeks" luister word ik direct depressief. Achteraf een goede keuze blijkt, want Van Morrison had veel problemen met het zaalgeluid en zijn instrumenten. Nee, ik kies voor soulbelofte Michael Kiwanuka. Zijn plaat "Home Again" is een van de verrassingen van 2012. Kiwanuka en zijn band spelen in de Maas. Aangezien dit de grootste zaal is had ik even mijn twijfels of zijn intieme soul-muziek hierin zou passen. Maar wonderwel weet Kiwanuka de intimiteit van zijn liedjes over te brengen in deze ambiance. Zijn stem is warm en heel diep. Vergelijkingen met Bill Withers en Marvin Gaye zijn al snel gemaakt. Waar zijn liedjes op de plaat ingetogen en sober klinken, zijn de liveuitvoeringen met zijn fantastische band een stuk voller van geluid. Het tempo ligt ook iets hoger en dat komt het optreden ook ten goede. Ik geniet van dit optreden en ik voorspel een grote toekomst voor deze jongen. Het afsluitende nummer is een moddervette funkexplosie. Heerlijke show!

Caro Emerald heb ik al meerdere malen live gezien. Hoewel ze een uitstekende band heeft en een prima optreden kan neerzetten kies ik voor een ander optreden. Ik wil het liefst artiesten zien die ik nog niet eerder heb mogen aanschouwen. Ik ga voor Trombone Shorty & Orleans Avenue. Dit bonte gezelschap uit New Orleans stond in 2011 ook al op North Sea Jazz. Toen heb ik ze niet gezien, want ik koos toen voor Tedeschi Trucks Band om te bekijken. De reputatie van Trombone Shorty snelde zich vooruit want ik hoorde dat het een spetterend en energiek optreden was. Nou ook op North Sea Jazz 2012 maakt hij dat volledig waar. De opening is een beetje verwarrend. De band komt zonder Trombone Shorty het podium op en zet de intro van het eerste nummer in. Tot mijn verbazing hoor ik de gitarist een riff produceren die nog het meest lijkt op het gitaarwerk van Slash in zijn beste tijd. Ik had een totaal andere verwachting, maar als vervolgens de blazers, de drums en percussie en Shorty zelf de Trombone hanteert ontstaat er een energieke, dampende en stampende mix van rock en funk gestoeld uit de beste tradities uit New Orleans. De volledige Maas gaat uit zijn dak en Shorty is naast een fantastische muzikant ook een begenadigd showman en wimpelt het publiek met het grootste gemak om zijn vingers. Erg vermakelijk om te zien. Dat Shorty ook zijn klassiekers kent blijkt uit een fantastische uitvoering van de Ray Charles evergreen "I Got a Woman". Een minutenlange funkexplosie. In het afsluitende nummer ontstaat het meest memorabele moment van de avond. Tijdens het nummer (ja tijdens) wisselen alle muzikanten van instrument. Shorty verruilt zijn trombone voor de drums, de drummer hanteert de gitaar, de gitarist hanteert de saxofoon , de saxofonist pakt de bas, de de bassist speelt de trompet en de tweede saxofonist bespeelt de trombone. Op deze verrassende maar fantastische wijze sluiten Trombone Shorty en zijn Orleans Avenue de show af. Memorabel!

Op naar de Congo voor Spectrum Road. Dit is een super formatie bestaande uit Jack Bruce (zang/bas, van Cream), Cindy Blackman Santana (drums en vrouw van Carlos Santana), Vernon Reid (zang/gitaar, van Living Colour) en John Medeski (toetsen). Deze band produceert een geluid dat nog het beste valt te omschrijven als een fusion tussen rock, jazz en psychedelica. Eerlijk gezegd moet ik toegeven dat het nogal een overrompelend begin was en dat het best moeilijk was om naar te kijken en te luisteren. Spectrum Road produceert moeilijke complexe muziek met tegendraadse ritmes. Maar naar verloop van tijd begint het op me in te werken. Het baswerk van Bruce is stuwend, funky en groovend. Cindy Blackman Santana gaat tekeer op het drumstel alsof haar leven er vanaf hangt. Gitarist Vernon Reid speelt furieus, snel maar uiterst smaakvol. Tenslotte maakt John Medeski het geluidsplaatje compleet met zijn psychedelische klanken uit de orgel. Ik zou niet snel een plaat van Spectrum Road kopen, maar gezien de techniek, vakmanschap en spelplezier van het gezelschap was het een uiterst genietbaar en indrukwekkend schouwspel.

Tot zover een impressie van de eerste dag . Op naar dag twee met in ieder geval Heritage Blues Orchestra, Taj Mahal en Robert Cray.

Dag 2: zaterdag 7 juli
De zaterdag is de dag van de blues, althans voor mij. Als ik het parkeerterrein van Ahoy op kom rijden hoor ik al klanken van de Heritage Blues Orchestra tijdens het soundchecken. Dit belooft veel goeds. Om 17:15 trapt de band dan ook af in de Congo. Opener is het a capella gezongen "Oh Hannah" van hun debuutplaat "And Still I Rise" . Een bloedstollend en even zo gewaagd begin van de show. De Heritage Blues Orchestra wordt aangevoerd door vader en dochter Sims en zanger/gitarist Junior Mack. De band is verder aangevuld met een drummer, vier blazers en een fantastische mondharmonicaspeler. De sound van de band is zoals ze het zelf omschrijven 'authentic blues mixed with post modern jazz'. Een erg treffende omschrijving wat mij betreft. Dit blues orkest brengt een rijk pakket aan traditionals, gospel, work songs, slow blues en een aantal bluesklassiekers, waarbij zangeres Chaney Sims vaak de hoofdrol opeist. Met name in het ijzingwekkende "St. James Infirmary" wordt ze begeleidt door haar vader op de piano en krijgt ze de tent muisstil. Naast deze rustpunten zijn er voldoende momenten om flink de pan uit te swingen. De drummer krijgt alle ruimte om te excelleren en de blazers zorgen voor een soulvolle, warme en jazzy invalshoek. In deze nummers grijpt de mondharmonicaspeler zijn kans om zijn vakmanschap te tonen. Hoogtepunt is wat mij betreft het nummer "Hard Times" wat begint als een slow blues dat verhaalt over de moeilijke tijden van de hedendaagse maatschappij,dat vervolgens terug valt op een mooi jazzy rustig instrumentaal intermezzo van de blazers, om uiteindelijk te ontpoppen tot een stuwende en groovende vibe die laat horen dat er altijd hoop is, ondanks deze "Hard Times". Heritage Blues Orchestra zorgt voor een fantastische opener van de tweede dag en is wat mij betreft al een van de hoogtepunten van het festival.

Het is inmiddels half zeven en tijd voor wat te eten en te drinken. Met pizza en al begeef ik me weer terug naar de Congo voor Taj Mahal. Dit is onvervalste authentieke blues, blues uit de de Delta, uit Mississippi. Waar Heritage Blues Orchestra nog doorspekt is met allerlei andere invloeden is Taj Mahal al veertig jaar een van de laatste levende vaandeldragers van de echte blues. Taj Mahal is energiek en kwiek ondanks zijn leeftijd. Hij staat en swingt de gehele show en speelt fantastisch gitaar, afwisselend elektrisch en akoestisch en hanteert zo af en toe ook nog de banjo en de toetsen. De drummer en bassist vormen een solide groovende en soms funky basis voor de geweldige blues van Taj Mahal. Deze grootheid bespeelt het publiek met het grootste gemak en laat horen waar de blues echt over gaat. Blues is niet makkelijk, het gaat over lijden, hartzeer, pijn, liefde, sex, hoop, eenzaamheid, etc. Taj Mahal dringt door tot iedereen in de tent. Hij speelt de gitaar alsof hij de liefde bedrijft, soms lief en zacht, de andere keer hard en ruig (als je hebt gezien hoe Taj Mahal tegen de achterkant van zijn gitaar slaat ;-) dan weet je wat ik bedoel). De man staat te zweten als een otter, zijn kleren doordrenkt en zijn gitaren nat van het zweet. Taj Mahal laat zien dat de blues muziek is voor en door "the working man". Taj Mahal is het levende bewijs van de blues hier op North Sea Jazz. Kippenvel van begin tot eind!

Deze editie ook een opvallende gast op North Sea Jazz. De meeste mensen kennen Hugh Laurie als Dr. House uit de gelijknamige televisieserie. Wat veel mensen niet weten is dat Laurie al ruim dertig jaar muzikant is. Recent bracht de beste man een plaat uit met onvervalste bluesmuziek gebaseerd op het zuiden van de Verenigde Staten. Laurie heeft een verzameling uiterst bekwame muzikanten om zich heen verzameld die de muziek precies begrijpen. Op geïnspireerde wijze brengt Laurie en zijn band een doorkijk in de muziekgeschiedenis van Amerika. De arrangementen zijn origineel en zijn niet zomaar kopieën van de oorspronkelijke versies. De gitarist en drummer steken erboven uit met hun beleving en intense gedreven spel. Toch knaagt het een beetje bij me. Laurie kiest geen makkelijke muziek, het zijn geen luchtige onderwerpen die hij met zijn band aansnijdt. Daarom komt het op mij wat ongemakkelijk over als hij tussen de nummers door de lolbroek probeert uit te hangen. Hij krijgt daarmee het publiek op zijn hand, maar ik vind het in de context van zijn gespeelde muziek niet gepast en relevant. Ondanks deze kleine smet ben ik positief verrast door Hugh Laurie. Ik zal nu zeker met een andere blik naar House kijken. Zeer vermakelijk optreden.

Wachtend op de Robert Cray Band pak ik nog bijna een half uurtje George Benson mee. Weer zo'n legende op het podium. Deze man heeft ontelbare Grammy awards op zijn naam staan. Benson en zijn stuwende en energieke band brengt een broeierige mix van jazz, funk en soul. Het gitaarspel van Benson is puntig en fel, maar tegelijkertijd onweerstaanbaar swingend. De Nile gaat helemaal uit zijn dak.

Laatste stop van vandaag is de Robert Cray Band. Cray is een van de beste bluesgitaristen van zijn generatie. Hij combineert blues en soul op smaakvolle wijze. Het bekends is hij met het nummer "Right Next Door to Me (Strong Persuader)", maar Cray is een echte bluesman, althans gedeeltelijk zo zal blijken.  Gedurende de nummers valt me op dat Cray en zijn band in de coupletten en de refreinen vooral funk en soul spelen, en zodra Cray zijn gitaarsolo's inzet hij met het grootste gemak switch naar onvervalste blues met een scheutje rock. De nummers blijven hierdoor afwisselend, maar toch een tikje voorspelbaar naar verloop van tijd. De band speelt zo strak, bijna perfect, dat de verrassing er na een tijdje wel af is. Dit doet niets af aan het fantastische gitaarspel van Robert Cray die zijn vingers met het grootste gemak over zijn Fender gitaar laat glijden en daarmee de mooiste en prachtigste warme donkere bluestonen uit zijn gitaar tovert. Als ik zo kon spelen, stopte ik direct met werken en zou ik mijn eigen Fender permanent om mijn schouder laten hangen. Waardige afsluiter van een met blues doorspekte tweede dag van North Sea Jazz.

Nog een dag te gaan met in ieder geval voor mij de Miles Davis tribute band Miles Smiles met onder andere gitarist Robben Ford. Daarnaast een akoestische show van de onnavolgbare Joe Bonamassa, waar ik me erg op verheug.

Dag 3: zondag 8 juli
Zo dit is alweer de laatste dag van het North Sea Jazz Festival. Ik heb besloten het kort te houden. Twee dagen doorhalen tot in de nacht begint zijn tol te eisen (wat klink ik toch oud). Om 16:00 trapt in de Nile de gelegenheidsformatie Miles Smiles af. Miles Smiles is een eerbetoon aan legende en grootheid Miles Davis. Alle muzikanten op het podium hebben in het verleden samengewerkt met Miles Davis en zijn dus in staat om het publiek onder te dompelen in de erfenis van Davis. Opmerkelijk is dat de band aan de aftrap niet direct compleet is, de trompettist en bassist staan vast in het verkeer. Schema is schema dus er moet worden begonnen. Geen probleem voor deze doorgewinterde muzikanten. De baspartijen worden net zo makkelijk overgenomen door de organist die met zijn voetpedalen de baslijnen verzorgt. De saxofonist neemt daarnaast de trompetpartijen over, dus geen vuiltje aan de lucht. In het bijzonder ben ik geïnteresseerd in gitarist Robben Ford. Ik ben al jaren fan van deze man en zijn album "Blue Moon" is een van mijn favoriete platen waar Ford een warme fusion laat horen tussen blues en jazz. Ook in Miles Smiles speelt Robben Ford uiterst smaakvol en is de basis voor het jazzy en funky geluid van deze formatie. Met het grootste gemak laat Ford blues, jazz en funk geluiden uit zijn vintage Fender Telecaster horen. Ongelofelijk mooi. Ik heb gebiologeerd staan kijken naar de techniek en beleving van deze grootheid. Dit doet niets af aan de rest van de band, maar Ford steelt wat mij betreft de show.

Na te hebben genoten van een heerlijke Thaise kipschotel begeef ik me naar de Amazon voor een akoestisch concert van Joe Bonamassa, ook al zo'n held van me. Bonamassa is omringt met tien (!) akoestische gitaren en speelt compleet opnieuw gearrangeerde nummers uit zijn toch al uitgebreide oeuvre. Af en toe speelt Bonamassa een instrumentaal nummer waarop hij zijn fenomenale techniek (o.a. "Woke Up Dreaming") en beleving laat zien en horen. Joe Bonamassa is omringt door een groepje markante muzikanten die een zeer uitgebreid palet aan (vreemde) instrumenten bespeelt; viool, mandoline, banjo, pomporgel, accordeon, piano, wasbord, conga's, harp, drumbox, en allerlei opmerkelijke percussie-instrumenten als kettingen (gebruikt in het broeierige "John Henry", waarbij de kettingen sprekend de geketende John Henry moet voorstellen) en lege flesjes met grind. Dit alles smelt samen tot een authentieke folk blues sfeer. In de toegift speelt Bonamassa een tranentrekkende versie van "Sloe Gin", waarbij het zo stil is in de grote zaal dat je een spelt kunt horen vallen. Deze akoestische performance is wat mij betreft het toppunt van intensiteit en beleving en overtreft misschien wel zijn doorgaans elektrische optredens. Joe Bonamassa is op zijn leeftijd met recht al een grootheid!

Het zit erop. Drie dagen lang North Sea Jazz. Voor elke liefhebber van jazz, blues, soul, funk en rootsmuziek in het algemeen is North Sea Jazz "the place to be". Voor de echte fijnproever dus. Op naar volgend jaar!