zaterdag 23 juli 2011

B.B. King - Lucille (song, 1968)

Deze blog schrijf ik naar aanleiding van mijn recente bezoek aan North Sea Jazz. Een van mijn grote blueshelden, B.B. King, gaf daar een voor mij persoonlijk memorabel optreden. De enige levende blueslegende op slechts 20 meter afstand! Uiteraard is het merkbaar dat zijn leeftijd (85!) effect heeft op het optreden. Zijn stem wordt merkbaar zwakker, hij speelt niet meer zoveel gitaar en ook qua timing zit hij er af en toe naast. Maar zodra hij de intro riff van "The Thrill Is Gone" inzet maakt dat allemaal niets meer uit. Ik sta versteld hoe hij nog steeds die warme typische klank, zoals alleen B.B. King die heeft, uit zijn gitaar Lucille perst.

En Lucille is gelijk het bruggetje naar deze blog. In het nummer Lucille van het gelijknamige album (waarover ik op een later moment nog wel eens zal bloggen) vertelt B.B. King over zijn gitaar, wat het voor hem betekent en waarom het de naam Lucille draagt. Hij vertelt tevens waarom hij zich heeft bekeerd tot de blues. Dit geheel omlijst met de prachtige klanken van Lucille.

De onderstaande tekst is het integrale verhaal zoals B.B. King het vertelt.  

The sound that you're listening to is from my guitar
that's named Lucille. I'm very crazy about Lucille.
Lucille took me from the plantation. Oh you might say,
brought me fame.
I don't think I could just talk enough about Lucille.
Sometime when I'm blue seem like Lucille try to help
me call my name.
I used to sing spirituals and I thought that this was
the thing that I wanted to do. But somehow or other
when I went in the army I picked up on Lucille, and
started singing blues.

Well, now when I'm paying my dues, maybe you don't
know what I mean when I say paying dues, I mean when
things are bad with me. I can always, I can always,
you know like, depend on Lucille.

Sort of hard to talk to you myself. I guess I'll let
Lucille say a few words and then.

You know, I doubt if you can feel it like I do. But
when I think about the things that I've gone through,
like, well for instance, if I have a girlfriend and
she misuses me, and I go home at night, maybe I'm
lonely, well not maybe, I am lonely, I pick up Lucille
and it bring out those funny sounds that sound good to
me, you know. Sometime I get to the place where I
can't even say nothing.

Look out.

Sometime I think it's crying.

You know, if I could sing pop tunes like Frank Sinatra
or Sammy Davis Junior, I don't think I still could do
it, 'cause Lucille don't wanna play nothing but the
blues. I think I'm, I think I'm pretty glad about
that. Cause don't nobody sing to me like Lucille.
Sing, Lucille.

Well, I'll put it like this. Take it easy, Lucille. I
like the way Sammy sings and I like the way Frank
sings, but I can get a little Frank, Sammy, a little
Ray Charles, in fact all the people with soul in
this.

A little Mahalia Jackson in there.

One more, Lucille!

Take it easy now.

You know, I imagine a lot of you wanna know, a lot of
you wanna know why I call the guitar Lucille. Lucille
has practically saved my life two or three times. No
kidding, it really has.

I remember once I was in an automobile accident, and
when the car stopped turning over, it fell over on
Lucille, and it held it up off me, really, it held it
up off me. So that's one time it saved my life.

The way, the way I came by the name of Lucille, I was
over in Twist, Arkansas, I know you've never heard of
that one, have you? And one night the guys started a
ball over there, you know, they started brawling, you
know what I mean. And the guy that was mad with his
old lady, when she fell over on this gas tank that was
burning for heat, the gas ran all over the floor.

And when the gas ran all over the floor, the building
caught on fire, and almost burned me up trying to save
Lucille. Oh I, I imagine you're still wondering why I
call it Lucille, the lady that started that brawl that
night was named Lucille.

And that's been Lucille ever since to me. One more
now, Lucille.

Sounds pretty good to me. Can I do one more?

Look out, Lucille.

Sounds pretty good. I think I'll try one more. All
right
.


Ik hoop dat ik de nieuwsgierigheid heb gewekt naar het geluid van Lucille. De tekst geeft slechts een indicatie. Zoek de muziek erbij en voel de echte blues, de blues van B.B. King, de blues van Lucille.

zondag 3 juli 2011

Lohues & The Louisiana BluesClub - Ja Boeh (2003) & Grip (2005)

Bluesmuziek is volgens de kenners de oorsprong, of de roots zo te zeggen, van de moderne popmuziek. Met die gedachte is het eens tijd om terug te gaan naar mijn eigen roots. Die roots zijn bijna 32 jaar geleden begonnen in Drenthe. En wat blijkt: Drenthe heeft niet alleen mij voortgebracht, maar ook één van mijn favoriete muzikanten, Daniël Lohues. Bij Lohues denk je niet direct aan de blues, maar wellicht eerder aan de Drentse band Skik die met het aanstekelijke “op fietse” een grote hit heeft gehad. Eerlijkheid gebied me overigens te zeggen dat ik Skik (en daarmee Daniël Lohues) in die tijd nooit echt interessant heb gevonden. Dit alles veranderde in 2003 op een personeelsfeest van de toenmalige werkgever van mijn vrouw Brigitte.

Een niet nader te noemen energiemaatschappij had op die bewuste avond de Jaarbeurs te Utrecht afgehuurd, waar diverse Nederlandse artiesten een optreden verzorgden. Op het affiche prijkte de naam “Lohues & The Louisiana BluesClub”. Dit zei mij in eerste instantie niets, maar de naam Lohues deed een belletje rinkelen en Brigitte en ik besloten deze band maar eens te gaan aanschouwen. Toen Daniël Lohues in zijn tuinbroek en met een Fender gitaar om zijn schouder het podium opstapte en de aanwezige toeschouwers in het plat Drents begroette met “Moin” ontstond er een glimlach op mijn gezicht die de hele avond niet meer verdween. Dit werd kracht bijgezet door de eerste tonen die de band produceerde. Authentieke blues gezongen in Drents dialect. Het plattelandsgevoel kwam weer bovendrijven en ik waarde mij terug in Drenthe, maar het had net zo goed Mississippi, Alabama of Louisiana kunnen zijn.

Daniël Lohues had zijn band Skik in de ijskast gezet. Hij was zich aan het oriënteren op welk muzikale pad hij zich nu zou gaan begeven. Zijn voorliefde voor de bluesmuziek was een drijfveer om een bezoek te brengen aan de zuidelijke staten van Amerika. Aldaar kreeg hij het idee om een blues album op te nemen met authentieke Amerikaanse blues muzikanten, maar wel gezongen is zijn geliefde Drentse taal. En zo is debuutalbum “Ja Boeh” (2003) geboren.

“Ja Boeh” staat bol met rauwe elektrische blues. Je moet af en toe goed je best doen om de Drentse taal te verstaan en te begrijpen, maar het zal je niet verbazen dat ik dat met mijn Drentse roots snel onder de knie had. Het blijkt dat de Drentse taal zich uitstekend leent voor de blues. De klemtonen, de klanken, maar ook de eenvoud in formuleren stelt Lohues in staat om uiterst effectief zijn verhaal te vertellen. Veel van die verhalen gaan over de liefde, of het gebrek daaraan. In nummers als “stiekumste verdriet”, “regenblues”, “prachtig mooi (mar wat he’j der an)”, “ach & wee” en “’t ien of ’t ander” legt Lohues zijn ziel bloot. Maar ook alledaagse beslommeringen, zowel groot als klein, worden treffend uitgedragen in “wachten op ’n hittegolf”, “daor knap ie niet van op” en “heugste tied veur de blues”.

Wat mij ook in positieve zin heeft verrast is het gitaarspel van Daniël Lohues. Nu nam hij in Skik ook de gitaar ter hand, maar in de blues kan hij echt excelleren. De ene keer rauw en indringend, de andere keer intens en gevoelig. Daarnaast spat de kwaliteit van de gehele band er vanaf. Het is duidelijk merkbaar dat we hier te maken hebben met rasechte blues muzikanten. Dit draagt bij aan de echte blues sfeer die het album uitstraalt.

Dan is daar in 2005 het tweede album van Lohues & The Louisiana BluesClub, “Grip” getiteld. In tegenstelling tot “Ja Boeh” is “Grip” een warmer en breder album geworden. Waar op “Ja Boeh” de echte rauwe elektrische blues gebezigd wordt, creëert Lohues op “Grip” een breder pallet van diverse blues stijlen. Wederom opgenomen met authentieke blues muzikanten klinkt dit album rijker dan zijn voorganger, vooral door de toevoeging van meer instrumenten, waarbij vooral de blaasinstrumenten een prominentere rol krijgen.

De verhalen op “Grip” gaan verder dan de liefde en relaties. Er komen zelfs maatschappelijke thema’s als economie versus milieu voorbij in het nummer “Nils Holgerssons blues”. In het nummer “scheuvel blues” bezingt Lohues zijn voorliefde voor de winter en dan voornamelijk volksbezigheid nummer één van ons Nederlanders; het schaatsen. Maar let op, zoals vaak bij Lohues zijn teksten, er zit altijd een addertje onder het gras (of ijs). In het slow blues nummer “boggel in ’t rad” vertelt Lohues hoe een fietstochtje met een meisje (wichie) achterop door het Drentse land ontaard in een klein drama. Je zou dit nummer als de blues interpretatie van het Skik nummer “op fietse” kunnen beschouwen. Prijsnummer is wat mij betreft het titelnummer “Grip”. Iedereen interpreteert muziek op zijn eigen manier, maar ik moet bij dit nummer direct denken aan blues klassieker  “Crossroads”, waar Lohues net als blues man van het eerste uur Robert Johnson over zijn relatie met de duivel vertelt.

Puristen zullen wellicht zeggen dat op “Ja Boeh” en “Grip” alle blues clichés voorbij komen. Dat mag wellicht zo zijn, maar de intensiteit, passie, maar vooral ook het plezier waarmee de muziek is gemaakt pleiten absoluut voor Daniël Lohues en zijn kompanen. Uiteindelijk is kwaliteit en het persoonlijke gevoel de doorslaggevende factor, en dat is aan Daniël Lohues wel toevertrouwd. Nederland mag zich gelukkig prijzen met een dergelijke authentieke ras muzikant als Daniël Lohues. Ook zijn recentere muzikale werkjes (de “Allennig” reeks en zijn album “Hout Moet” uit 2011) zijn weer pareltjes voor de echte liefhebber, waar zo nu en dan de blues roots van Lohues weer boven komen drijven. De cirkel is rond!