zaterdag 25 oktober 2014

Joe Bonamassa - Different Shades of Blues (2014)

Het begint bijna een gewoonte te worden dat Joe Bonamassa met meerdere releases op de proppen komt. In 2014 is dat niet anders. Ik kan me voorstellen dat het af en toe neigt naar overkill, maar Joe Bonamassa levert constante hoge kwaliteit en heeft mij nog nooit teleurgesteld. Eerder dit jaar verscheen de live registratie van zijn concertreeks samen met Beth Hart in Carré Amsterdam. Ook was daar de release van de indrukwekkende ”Tour de Force” reeks in Londen, waar Joe Bonamassa over vier avonden vier verschillende setlists afwerkte op vier verschillende locaties. Daarnaast verscheen ook nog het live album van Rock Candy Funk Party. Met dit gezelschap bewijst Joe Bonamassa zijn veelzijdigheid. Na al dat live geweld volgt dan nu de opvolger van ”Driving Towards the Daylight”.

Zijn nieuwste telg heet ”Different Shades of Blue”. In de aanloop van dit album, kondigde Joe Bonamassa aan dat dit zijn meest experimentele album zou worden. Nu valt dat met die experimenteerdrift wel mee, maar ”Different Shades of Blue” waaiert wel behoorlijk uit binnen het spectrum van de blues. Ook is dit het eerste album van Joe Bonamassa waar uitsluitend eigen composities op staan. Dit is op zich best een risico, aangezien Joe Bonamassa een meester is in het eigen maken van andermans werk. Het pakt allemaal uitstekend uit, want de gebruikelijke covers mis ik eigenlijk nergens.

Zoals gezegd vind ik de diversiteit, weliswaar binnen het blues genre, het sterke punt van dit album. Stevige gitaar liedjes worden afgewisseld met meer funky klinkende nummers, waarbij met name de blazers erg lekker klinken. De midtempo nummers klinken het meest meeslepend. Joe Bonamassa richt zich dan met name op prachtige intense gitaarsolo's. Een mooi voorbeeld daarvan is het titelnummer dat klinkt als een rockballad, maar onderhuids een echte bluesgevoel heeft. Ik vind de laatste vier nummers allemaal raak, en laten goed de diversiteit horen van ”Different Shades of Blue”. Het afsluitende ”So, What Would I Do” is een hemels mooie piano slowblues dat onmiddellijk voor kippenvel zorgt.

Verrassend is Joe Bonamassa al lang niet meer. Je kunt je zelfs afvragen of hij ooit verrassend is geweest. De blues is wat dat betreft een ondankbaar genre. Maar wat Joe Bonamassa keer op keer doet, getuigt niet alleen van een diepgewortelde passie van de blues, maar ook nog eens van een ongekend niveau van vakmanschap. Voor mij persoonlijk is ”Different Shades of Blue” daarvan nogmaals de bevestiging.


woensdag 22 oktober 2014

Nieuwe Releases 2014 (2)

Dat dit album er überhaupt is gekomen mag met recht een wonder heten. Walter Trout worstelt al enige tijd met zijn gezondheid en naar ik heb begrepen hebben ze de beste man voor de dood weggehaald. Een sterk verzwakte en vermagerde Trout heeft toch nog ergens de energie gevonden om ”The Blues Came Callin’” op te nemen. Hij moet hebben gedacht dat dit wel eens zijn laatste wapenfeit zou kunnen zijn en hij speelt letterlijk en figuurlijk of zijn leven er vanaf hangt. ”The Blues Came Callin’” staat bol van het meeslepende en indringende gitaarspel zoals we dat van Trout gewend zijn. Van zijn slechte gezondheid is trouwens nauwelijks iets merkbaar, want zijn gitaarspel is vlammend, maar ook warm en gloedvol. Dat laatste met name in een aantal prachtige slowblues liedjes. Je zou kunnen zeggen dat zijn stem wellicht iets minder krachtig is, maar dat is nauwelijks hoorbaar. Verwijzingen naar zijn ziekte zijn er o.a. op ”Wastin’ Away”, ”The Bottom of the River” en ”Hard Time”. De J.B. Lenoir klassieker ”The Whale Have Swallowed Me” krijgt een mooie bewerking, en het is er weer eentje die totaal anders is dan andere versies die ik ken. Het afsluitende ”Nobody Moves Me Like You Do” is een ode van Walter aan zijn vrouw Marie voor al haar steun tijdens zijn ziekte. Het is een prachtige slowblues met geweldig mooi gitaarspel, een echte tranentrekker. Mocht ”The Blues Came Callin’” inderdaad het laatste album van Trout zijn, dan is het een ouderwets goed bluesrockalbum geworden, waar Trout met recht trots op mag zijn. Wellicht een waardig afscheid, maar hopelijk de opmaat voor nog meer.


Ik heb een hekel aan het Eurovisie Songfestival, maar Nederland verrast me al twee jaar op rij met sterke inzendingen. Vorig jaar presteerde Anouk buitengewoon goed met het prachtige ”Birds”, en ook het bijbehorende album ”Sad Singalong Songs” vind ik goed. Dit jaar overtroffen ”The Common Linnets” zelfs die prestatie en ook hun (gelijknamige) album verdient alle lof. Nog even los van de uiteindelijke prestatie, vond ik het liedje ”Calm After the Storm” direct een mooi nummer. Maar mijn aandacht werd pas echt gevestigd toen ik een documentaire op tv zag over de totstandkoming van het album. Het blijkt dat mijn persoonlijke held Daniël Lohues een behoorlijke bijdrage heeft geleverd in het schrijven van de muziek. Dus voordat Waylon en Ilse zich naar de tweede plek zongen, heb ik op of rond de releasedag ”The Common Linnets” op vinyl aangeschaft. En na een luisterbeurt was ik al om. Eindelijk hoorde ik Waylon en Ilse in het genre waar hun talenten naar mijn mening het beste tot hun recht komen. Met name de samenzang vind ik bij tijd en wijlen betoverend mooi. Vooral op het adembenemende ”Still Loving After You” zorgt dat voor kippenvel. Na een aantal luisterbeurten wordt het album steeds sterker en krijg ik associaties met Robert Plant en Alison Krauss. Al vind ik hun samenwerking net wat sterker, vooral door de dreiging en spanning in de obscure roots songs, krijg ik bij ”The Common Linnets” toch hetzelfde prettige gevoel als bij ”Raising Sand” van Plant en Krauss. Dit manifesteert zich met name in de eerder aangehaalde prachtige tweestemmige vocalen. Instrumentaal is ”The Common Linnets” meer dan dik in orde. De muziek klinkt Amerikaans en dat vind ik in deze setting een compliment. Wat wil je ook met dergelijke muzikanten. Vooral het snarenwerk vind ik prachtig. Wat dat betreft ook een compliment aan multi-instrumentalist JB Meijers. Hoogtepunten zijn voor mij ”Hungry Hands”, het eerder genoemde ”Still Loving After You”, ”Broken But Home” (weer die samenzang), ”Time Has No Mercy” (heerlijk folky) en ”When Love Was King”. Waylon en Ilse DeLange etaleren hun echte talent op ”The Common Linnets” en wat mij betreft hoeft het niet bij een gelegenheidsduo te blijven.


Na een eerste luisterbeurt van ”D” was ik eigenlijk een beetje teleurgesteld. Ik vind het vollere geluid, met hier en daar zelfs weer wat genuanceerd elektrisch gitaarspel, op voorganger ”Ericana” erg mooi en ik had gehoopt/verwacht dat hij die lijn zou doorzetten. In plaats daarvan grijpt Daniël Lohues op ”D” weer terug naar de sobere, maar zeer smaakvolle, muzikale aankleding op zijn vroegere soloalbums. Maar hoe vaker ik naar ”D” luister, hoe mooier hij wordt. Met name inhoudelijk vind ik ”D” weer een pareltje. De ietwat sobere begeleiding vind ik dan ineens geen bezwaar meer. Sterker nog: het past uitstekend bij de verhaaltjes die Lohues ons wederom voorschotelt. De thema’s zijn bij Lohues wel bekend. De liedjes op ”D” gaan vooral over relaties, de liefde, vriendschap, de gewone dingen des levens en zijn zo geliefde platteland (lees Drenthe). Zoals we van Lohues gewend zijn smeedt hij weer de mooiste en treffendste zinnen in het Drents. Wederom een genot om naar te luisteren; alles is herkenbaar, ogenschijnlijk simpel, maar daarin schuilt juist de ongekende kracht van de troubadour Lohues. Dus na een wat stroeve start is ”D” echt een groeialbum gebleken en vind ik ”D” nergens onderdoen voor ”Ericana” of zijn andere soloalbums wat dat betreft. Daniël Lohues blijft op ongekend hoog niveau albums afleveren en ”D” is daarop dus geen uitzondering. Hollands (of eigenlijk Drents) glorie!


De voorgaande albums van Drive-By Truckers zijn zeker niet slecht, sterker nog deze band levert al jarenlang gewoon goede albums af. Wel vond ik naar verloop van tijd de country invloeden de overhand nemen ten opzichte van de Southern rock en daarmee ging dat rauwe randje wel verloren. Op ”English Oceans” is dat rauwe randje weer terug. De dubbele gitaartandem laat van zich spreken en met name de eerste helft van ”English Oceans” is stevig te noemen. Patterson en Cooley leveren om en om gewoon sterke liedjes af. Opener ”Shit Shots Count” is direct een hoogtepunt. Een heerlijke riff, maar let ook op blazers tegen het einde van het liedje. Onverwacht, maar het werkt wonderwel goed. De lapsteel gitaar is op ”English Oceans” niet meer te horen, maar daar staat heel mooi toetsen- en pianowerk tegenover. ”Pauline Hawkins” is weer zo’n geweldig nummer, net als ”Hanging On”, ”When Walter Went Crazy” en het broeierige ”Grand Canyon”. Op de tweede helft van ”English Oceans” gaat het tempo wel iets naar beneden en horen we meer rootsinvloeden. Ik vind de liedjes stuk voor stuk sterk en naast de heerlijke muzikale omlijsting bewijzen Patterson en Cooley eens te meer dat ze fantastische verhalenvertellers zijn. ”The Dirty South” blijft mijn favoriete album van Drive-By Truckers, vooral door die rauwheid en grimmigheid, maar ”English Oceans” mag zich wat mij betreft meten met het beste werk van Drive-By Truckers. P.S. de hoes is ook fantastisch.