zaterdag 27 december 2014

Op de valreep (1)

Na zoveel tijd is er eindelijk weer een nieuwe plaat van Lucinda Williams. En dan is het ook nog eens een dubbelalbum. Daarmee maakt Lucinda Williams het zich wel direct moeilijk. Er zitten namelijk allerlei valkuilen aan dubbelalbums, zoals: het vasthouden van de spanningsboog, op de loer liggende saaiheid, en de kans op mindere composities. Toch vind ik dat Lucinda Williams deze valkuilen goed heeft weten te omzeilen op ”Down Where the Spirit Meets the Bone”. Ik kan me best voorstellen dat voor anderen dit album op een gegeven moment teveel van hetzelfde dreigt te worden, maar persoonlijk blijf ik geboeid van begin tot eind. Dit komt vooral door de nog immer raspende rauwe en soms bijna tegen het valse aan schurkende stem van Williams. Deze imperfectie leidt in mijn beleving tot de constante spanning tussen de tekst en muziek. De muziek is een broeierige mix van blues, roots, americana en country. De instrumentatie is geweldig en vooral het gebruik van vele verschillende gitaren vind ik een genot voor het oor. In de meeste liedjes hoor je wel 3 tot 4 gitaarlagen, waarbij ik met name de steel gitaar fantastisch vind. Ook het ronkende orgeltje is een zeer welkome aanvulling op het geluidspallet. Lucinda Williams levert met ”Down Where the Spirit Meets the Bone” wat mij betreft wederom een prachtalbum af.



Het is alweer een tijdje geleden dat ik zo’n lekker live album gehoord heb. Zeker als je in ogenschouw neemt dat dit album vol staat met authentieke elektrische blues. Dat dit in het straatje van Gary Clark Jr. past liet hij al horen op zijn studio album ”Blak and Blu”. Hoewel ik dat een goed album vind, was de invloed van R&B in sommige nummers mij net even te gortig. Op dit live album is van dat alles niets te merken. De nodige bluesklassiekers komen voorbij en Clark Jr. weet precies hoe ze horen te klinken. Het gitaarspel van Clark Jr. is hier ronduit fantastisch. Elke riff, lick en solo is doorspekt met de blueshelden van weleer. Ook zijn eigen liedjes klinken live net even wat rauwer, donkerder en meeslepender. Zelfs de liedjes waar een lichte zweem van R&B aan kleeft worden door Gary Clark Jr. en zijn band voorzien van een bluesy sfeer. Zoals het hoort worden de liedjes lekker lang opgerekt en wordt er lustig op los gejamd. De live reputatie van Gary Clark Jr. was mij reeds bekend, maar dit album overtreft mijn verwachtingen. Anno 2014 heeft de blues nog nooit zo levendig geklonken.


Zoals de titel ”Goin’ Home” al doet vermoeden keert Kenny Wayne Shepherd met zijn band terug naar zijn roots, de blues. Het voorgaande album ”How I Go” vond ik een mooie mix tussen blues, rock en af en toe pop, maar ik vond op dat album ook de hoogtepunten de liedjes die het dichts bij de blues lagen. Op ”Goin’ Home” doet die vraag niet terzake, want dit albums staat bol van de bluesklassiekers. Kenny Wayne Shepherd neemt klassiekers onderhanden van Johnny ”Guitar” Watson, Magic Sam, Muddy Waters, Stevie Ray Vaughan, Bo Diddley, Albert King, Howlin’ Wolf, B.B. King, Freddie King, Lee Dorsey, Earl King, Buddy Guy en Junior Wells. Dat zijn illustere namen, maar Shepherd kent zijn plek. Nergens probeert hij deze grootheden naar de kroon te steken, hij en zijn band voeren de nummers uit op hun eigen manier, maar wel trouw aan het origineel. De moderne productietechnieken zorgen ervoor dat deze liedjes klinken als een klok. Het gitaarspel van Shepherd is fenomenaal en zo hoor ik hem dus het liefst. Een combinatie van rauwheid en warmte tovert hij uit zijn vintage Fender gitaar. Het tempo zit er over het algemeen goed in en dit album swingt en grooved. Tijdens de rustmomenten, bijvoorbeeld in de slowblues ”You Done Lost Your Good Thing Now” gaat de intensiteit omhoog. In het afsluitende ”Still a Fool” gaat Shepherd nog een duel aan met Robert Randolph. Mooi hoe hun verschillende gitaarstijlen zo mooi in elkaar passen. ”Goin’ Home” is verre van een origineel album, maar het is goed uitgevoerd en ik als liefhebber van bluesgitaristen lik hier mijn vingers bij af.


Op ”HeartSoulBlood” gaat Royal Southern Brotherhood gewoon verder waar ze op hun titelloze debuut gebleven waren. Maar ”HeartSoulBlood” klinkt misschien nog net even gevarieerder dan de voorganger. Royal Southern Brotherhood kookt een stampende en dampende mengelmoes van southern rock, blues, soul en funk. Deze heren zijn niet voor een gat te vangen. Het gitaarwerk van Devon Allman en Mike Zito is om je vingers bij af te likken. Ook hun afwisselende vocalen zorgen voor meer dan voldoende dynamiek. Cyril Neville zorgt daarnaast nog eens voor de nodige warmte en soul, terwijl met name de funk van de ritmesectie komt. Het album opent heerlijk met het stuwende ”World Blues”. De intro van ”Here It is” is super funky met dat lekkere basloopje. ”Callous” is een meeslepende powerballad met intens gitaarwerk. ”Let’s Ride” swingt de pannen van het dak en het ingetogen ”Takes a Village” is een mooie gospelachtige ballad. Deze superband overtuigt opnieuw met ”HeartSoulBlood”. Heerlijk album vol funky bluesrock.


”Hornet’s Nest” van Joe Louis Walker is een lekker rockend bluesalbum. Het gitaarwerk is stevig te noemen en de stem van Walker is lekker rauw, maar soulvol tegelijk. Ook gooit Walker er af en toe een beetje funk en gospel tegenaan. ”Hornet’s Nest” bewandelt daarmee geen nieuwe paden, maar klinkt vooral vertrouwd. Persoonlijke favorieten zijn ”As the Sun Goes Down”, ”Love Enough”, ”Ramblin’ Soul” en ”I’m Gonna Walk Outside”. De muziek van Joe Louis Walker kun je nog het best beschrijven als de elektrische Chicago blues van weleer. Wellicht met iets minder harmonica, maar verder net zo energiek, swingend en rockend. Gewoon een lekker album dus, geen poespas, maar gewoon recht-toe-recht-aan elektrische blues.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten