zaterdag 3 augustus 2013

Een handvol releases uit 2013

Devon Allman, zoon van Gregg Allman en neefje van Duane Allman, heeft de muziek in zijn genen zo te zeggen. Dat de muziek op "Turquoise" je doet denken aan de muziek van Allman Brothers is dan ook niet zo gek. De Southern rock waart over het gehele album. Toch vind ik dat niet het overheersende geluid. Over die Southern rock hoor ik toch vooral soul en blues. Op "Turquoise" staan de liedjes centraal. Op "Turquoise" gaat het niet zozeer om het rocken, maar om het brengen van de boodschap van zijn liedjes. Zoals hier al werd aangegeven krijg je regelmatig een singer/songwriter gevoel bij "Turquoise". Hoogtepunt vind ik overigens het prachtige intense "Strategy". Ook de samenzang op het afsluitende "Turn Off the World" is hemels mooi. Maar eigenlijk is dit hele album gewoon goed. De opener "When I Left Home" (met Luther Dickinson op slidegitaar) zet wat dat betreft direct de juiste toon. Devon Allman doet met "Turquoise" zijn familienaam met verve eer aan en is er eentje om in de gaten te houden wat mij betreft.


Net als op "Let Them Talk" put Hugh Laurie op "Didn't it Rain" weer diep uit de traditionele rootsmuziek van de Verenigde Staten. Wederom levert dat een smaakvolle selectie liedjes op die sfeervol en uiterst authentiek worden gebracht. Wat wil je ook met zo'n band om je heen. Het stemgeluid van Laurie vind ik uiterst prettig. Ik begrijp dan ook niet zo goed waarom hij zoveel vocalen door anderen laat doen. Die zijn niet per definitie beter als de zijne. Kwestie van smaak zal ik maar zeggen. "Didn't it Rain" neigt in mijn beleving iets meer naar soul en jazz. De blues was op "Let Them Talk" prominenter aanwezig. Ook dat is geen ramp, want uiteindelijk is "Didn't It Rain" gewoon een prima album.


De stem van Patty Griffin heb ik altijd intrigerend gevonden. Op "American Kid" vallen voor mij de puzzelstukjes in elkaar. Naast de stem van Griffin komt dit met name door het fantastische America, roots, folk en country geluid. Zeker ook omdat een groot deel van die muzikale omlijsting afkomstig is van de gebroeders Cody en Luther Dickinson (van North Mississippi Allstars en vele andere projecten). Gevoelsmatig is dit de context waarbinnen de stem van Griffin het beste tot haar recht komt. Ik ben direct gegrepen door de zanglijnen op "Go Wherever You Wanna Go". Maar ook "Wild Old Dog" is hemels mooi. "American Kid" is een eerbetoon aan haar vader en het is daardoor een behoorlijk emotionele plaat geworden. Maar wel eentje om in te lijsten als je het mij vraagt. Manlief Robert Plant zingt ook nog even mee en dat maakt een liedje als "Highway Song" net even wat mooier. "American Kid" is wat mij betreft het voorlopige hoogtepunt in het oeuvre van de eigenzinnige Patty Griffin. Prachtig album!


Popa Chubby, aka Ted Horowitz, speelt doorgaans spierballen bluesrock van het soort dik hout zaagt men planken. Op "Universal Breakdown Blues" blijft Horowitz behoorlijk dicht bij de blues en heeft hij mijn inziens nog nooit zo authentiek geklonken. Natuurlijk gooit Popa Chubby er een flink rocksausje overheen, maar in mijn ogen heeft Popa Chubby nog nooit zo bluesy geklonken. De liedjes zijn niet van een tekstueel hoog niveau, maar dat hoeft ook niet, want het klinkt geweldig en het gitaarspel van Horowitz is om je vingers bij af te likken. Dat begint al met de heerlijke opener "I Don't Want Nobody". Een ander hoogtepunt is de slowblues "The Peoples Blues". Persoonlijk vind ik "Over the Rainbow" niet echt op het album passen qua sfeer, maar toegegeven het is een mooi gespeelde instrumental met mooie klassieke passages van Mozart erin verwerkt. Voor de rest vliegen de blues licks, riffs, shuffles en boogies je om de oren en soleert Popa Chubby op hoog niveau. "Universal Breakdown Blues" is een swingende groovende blusplaat van deze imposante reus uit New York.


Al snel na Walter Trout's laatste album, "Blues for the Modern Daze", komt hij met een mooi eerbetoon aan blueslegende Luther Allison. Op "Luther's Blues" laat Trout precies horen hoe ook Allison de blues aan de man bracht; rauw, ruig maar met een ongekende passie en beleving. Net als Allison vermengt Trout zijn blues met een flinke dosis rock. Dit levert een energiek bluesalbum op, waarop toch ook de nodige slowblues pareltjes zijn te vinden. Trout brengt dit eerbetoon met het nodige respect voor Luther Allison en de geest van Allison waart dan ook door alle liedjes. Met het zelfgeschreven "When Luther Played the Blues" sluit Walter Trout dit prima eerbetoon dan ook prachtig af. 


Als niet religieus persoon heb ik religieuze muziek wel altijd interessant gevonden. Er gaat een bepaalde passie en beleving achter schuil die ik intrigerend vind en zeker als het wordt verpakt in de blues en soul zoals die is te horen op "One True Vine". De religieuze thematiek vind ik dus nergens storend. Jeff Tweedy zorgt wederom voor een heerlijke productie, maar speelt ook nog eens bijna alle instrumenten in. Afhankelijk van de toon van het liedje klinkt de muziek enerzijds opbeurend en opgewekt en anderzijds duister, donker en dreigend. Die tegenstelling hoort ook een beetje bij religie en dat draagt op een positieve manier bij aan mijn luisterbeleving. "One True Vine" is wederom een prima album van Mavis Staples. Ze zet zo in de herfst van carrière toch een prima reeks albums neer. Deze gospelblues is wat mij betreft zeer geslaagd en is het beste wat je kunt krijgen los van een echte gospelkerkdienst uit het zuiden van de Verenigde Staten.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten